De kwaliteit van ons onderwijs

Op hun weg van groep 1 naar 8 worden de leerlingen geobserveerd. Belangrijke gegevens worden verzameld en vastgelegd. Al die gegevens bij elkaar noemen we het leerlingvolgsysteem. Voor het volgen van leerlingen gebruiken we verschillende soorten documenten: Cijferlijsten, Observaties, Vorderingen Overzichten, Rapporten, Toetsen, Testen en Hulpplannen. Bijna alle informatie is digitaal en staat in ons leerlingvolgsysteem Parnassys. Het inzagerecht is bij wet geregeld.

Aan de hand van deze gegevens volgen we de leerlingen en indien nodig kunnen we een passend hulpplan aanbieden. Als uw kind voor een hulpplan in aanmerking komt, wordt u hiervan op de hoogte gebracht. Na bepaalde tijd wordt gekeken of het probleem verbeterd of opgelost is en of het hulpplan daarom wordt voortgezet, aangepast of beëindigd. Dit hele proces wordt bewaakt door de IB-er.

Twee keer per jaar vullen de leerkrachten de vragenlijst van ZIEN in. We observeren uw kind aan de hand van de verschillende items. Betrokkenheid en welbevinden staan daarbij vooral centraal. Deze observatiegegevens worden met de IB-er besproken. Ook vinden er Kindgesprekken plaats. Waar nodig wordt per groep of per kind actie ondernomen.

Resulaten, toetsen en testen

Onlosmakelijk met het leerlingvolgsysteem zijn alle toetsen en testen verbonden. Op grond van deze informatie kunnen groepsleerkrachten verdere stappen ondernemen om het leerproces nog beter te begeleiden of bewaken.

Wij maken gebruik van de toetsen die behoren bij de lesmethodes die wij op school hanteren. Daarnaast worden Cito-toetsen van het Centraal Instituut voor Toetsontwikkeling afgenomen.

De resultaten van deze toetsen worden op het rapport vermeld. Van de centrale eindtoets PO wordt, zodra de resultaten bekend zijn, deze aan de ouders en kinderen uitgereikt.

Op het rapport ziet u dat de waardering is weergegeven door middel van een letter die het niveau van uw kind aangeeft. Deze maatstaf is conform de Citoscores. Wij nemen op deze wijze toetsen af die los staan van de lesmethodes welke we op school gebruiken en we vergelijken onze leerlingen met andere basisschoolleerlingen in Nederland. Om u duidelijk te maken wat deze niveaus betekenen, kunt u hierna lezen wat elk niveau inhoudt.

Om u duidelijk te maken wat deze niveaus betekenen, kunt u hierna lezen wat elk niveau inhoudt.

  • Niveau A: Goed   tot   zeer      De   leerling   behoort   tot   de   25%   hoogst scorende basisschoolleerlingen.
  • Niveau B: Ruim voldoende tot goed. De leerling behoort bij de 25% kinderen die boven, tot net boven het landelijk gemiddelde
  • Niveau C: Matig tot ruim voldoende. De leerling behoort bij de 25% kinderen die net, tot ruim onder het landelijk gemiddelde
  • Niveau D: Zwak tot matig. De leerling behoort bij de 15% kinderen die ruim onder het landelijke gemiddelde
  • Niveau E: Zeer zwak tot zwak. De leerling hoort bij de 10% laagst scorende

Wij hopen dat door deze uitleg omtrent de rapportage van uw kind, een nog duidelijker beeld van uw zoon of dochter zal ontstaan.

Intern gebruiken we de niveauwaardes en DLE’s om te zien hoe het met de vorderingen van de leerlingen is.

Overleg

Een aantal keren per schooljaar vinden er groepsbesprekingen plaats. De leerkrachten praten met de IB-er over de leerlingen. Gezamenlijk wordt er gezocht naar het beste voor elke leerling, zowel op het gebied van leerresultaten als het welbevinden. Als uit observatie- of leerlingvolgsysteem gegevens blijkt dat extra ondersteuning noodzakelijk is, wordt een OPP opgesteld. Dit wordt ook besproken met ouders, zij ondertekenen dit plan.

Wanneer leerlingen extra ondersteuning nodig hebben, zoekt de school naar goede oplossingen:

  • Bespreking van leerlingen met collega's, IB-er,
  • Binnen de klas de lessen zo inrichten dat tijd wordt ingeruimd voor extra instructie
  • Er wordt extra hulp gegeven door de onderwijsassistent
  • We zoeken passende leerstof
  • Helpt dit allemaal niet dan wordt de leerling besproken in het kernteam. In dit team zit de IB-er, de BPO-er (Begeleider Passend Onderwijs) en een orthopedagoog. Zij geven adviezen over de wijze van aanpak. Hieronder kunt u daarover meer
  • Het kan gebeuren dat het voor een leerling niet goed is om met de groep mee over te gaan naar een volgend leerjaar. Omdat zittenblijven ingrijpend is, blijft een leerling alleen zitten als het echt niet anders
  • Soms is het voor een leerling mogelijk om te
  • Het is ook mogelijk dat een kind vervroegde overgang maakt naar het voortgezet